Amsterdam, 21 december
Tot op zekere hoogte hoort gemopper op de scheidsrechters bij de charme van het voetbal, maar er is de laatste tijd wel degelijk reden tot zorg, zegt Mario van der Ende. De oud-scheidsrechter kijkt ieder weekend met haast ingehouden adem naar de velden: waar zou het dit keer misgaan?
Van der Ende is uitgesproken: “Er lopen op de Nederlandse velden te veel jonge, onervaren scheidsrechters rond.” Het leidt tot fouten en zelfs blunders, vindt hij. “De kwaliteit van de arbitrage is echt een probleem.”
De aanleiding voor Van der Ende om zo duidelijk stelling te nemen, is de wedstrijd FC Utrecht-Go Ahead Eagles, een week geleden. Middenvelder Enric Llansana van de ploeg uit Deventer kreeg in de beginfase een dubieuze rode kaart van scheidsrechter Sander van der Eijk (die later door de KNVB werd geseponeerd).
‘Een belachelijke rode kaart’
FC Utrecht maakte in de slotseconde van de zeven minuten extra tijd de gelijkmaker (3-3). Het resulteerde in een woede-uitbarsting van Paul Bosvelt, de technisch manager van de Eagles. Hij plaatste op sociale media een afbeelding van een middelvinger, met de tekst: “Wat een schandalige vertoning van de scheidsrechter vandaag. Allereerst een belachelijke rode kaart. Extra tijd 5 minuten die niemand kan verklaren en daar ook nog eens 2 minuten bij optellen. KNVB en scheidsrechter bende. Jullie maken het voetbal kapot!
Van der Ende refereert aan de woorden van algemeen directeur Jan Willem van Dop van Go Ahead Eagles, die eerder deze week zei dat de scheidsrechtersploeg van de KNVB ‘een soort opleidingsinstituut’ is. “Daar heeft hij gelijk in. Het lijkt op een proeftuin. Scheidsrechters moeten op jonge leeftijd wedstrijden op hoog niveau fluiten om voldoende vlieguren te maken. Alleen op die manier maken ze kans op een internationale carrière.” Oudere arbiters maken geen kans bij Uefa en Fifa, vertelt Van der Ende.
Te reactief fluiten
Zelf leerde hij het vak in de lagere klasses van het amateurvoetbal. “Jongens onder zeventien bij Westlandia, dat soort wedstrijden. Op z’n Haags: een scheidsrechter moet eerst met de poten in de modder staan. De sfeer in de kleedkamers ontdekken, leren meebewegen met het spel. Tegenwoordig stomen de jonge arbiters veel te snel door richting tweede divisie.”
Van der Velde ziet bijna ieder weekend waar dat toe leidt. Hij vindt dat de scheidsrechters te reactief fluiten. Ze zien de Var, de videoscheidsrechter, als een veilige achtervang, waardoor de scherpte afneemt, vertelt Van der Velde. “Zonder Var moet je 100 procent scherp zijn. Met zo’n videoscheids is de verleiding groot om laconieker te worden. Vergelijk het met een trapezewerker die een vangnet onder zich heeft.”
Hij heeft ook suggesties. Wat Van der Velde betreft moet de scheidsrechter na afloop voor de camera’s uitleggen waarom hij deed wat hij deed. Daar zijn de arbiters mee gestopt, zegt hij, ‘omdat ze niet iedere week een mea culpa willen uitspreken voor een verkeerd besluit’. “Maar tekst en uitleg geven hoort bij het vak.”
En hij vindt dat het bij de KNVB schort aan opleiding en coaching van scheidsrechters. Het zou goed zijn, vindt Van der Ende, als de arbiters niet meer in dienst zijn van de KNVB, maar als externen worden ingehuurd voor wedstrijden. “Rechters zijn toch ook geheel onafhankelijk?”