dinsdag 22 maart 2011

Column: Salami en geitenkaas

Amsterdam, 22 maart
Hieronder kunt U Mario's column lezen die vandaag in dagblad Sp!ts staat afgedrukt.
dinsdag 22 maart 2011
Salami en geitenkaas
De arbitrage ligt de laatste maanden, niet geheel ten onrechte, hevig onder vuur. Daarom is het voor de scheidsrechters wel eens prettig als andere voetbalzaken de aandacht van hun prestaties afleiden. 
Zoals in het afgelopen weekend. 
Waarin Ajax, met zijn ‘geitenkaas- defensie’ in Den Haag de titelkansen sterk zag afnemen. 
Waarin de opmerkingen over doelman Verhoeven een wel heel melig dieptepunt bereikten. 
En waarin uiteraard naar de komende competitiekraker FC Twente - PSV werd gekeken. 
Ook het interlandprogramma van volgende week lijkt in de strategische afleidingsmanoeuvre te passen. 
Want zo zie ik dat gesprek, op initiatief van de KNVB-directie, van vorige week nog steeds. 
Trainers en spelers waren uitgenodigd hun ongenoegen over de arbitrale dwalingen, de detectiverol van vierde officials en het inconsequent toepassen van de spelregels uit te komen spreken. 
Een beproefd concept, dat in Zeist de ‘Salami-tactiek’ wordt genoemd. Zoveel mogelijk ingrediënten verzamelen, touwtje er omheen, en het worstje is geproduceerd. Aansluitend een perscommuniqué uitgeven waarin staat dat het gesprek transparant en constructief is geweest, dat partijen in de toekomst met elkaar in conclaaf blijven en Klaar is Kees. 
In dit geval hebben trainers en spelers hun onvrede kunnen uiten en zijn weer voor een paar maanden monddood gemaakt. 
Dat niemand opmerkte dat door dit soort bijeenkomsten de arbitrage een steeds afhankelijker karakter krijgt, terwijl onafhankelijkheid juist de basis moet zijn, geeft aan dat arbitrage een specialisme is dat maar door weinigen -inclusief zogenaamde insiders- echt doorzien wordt. 
Vier telefoontjes en een groot aantal sms-jes over spelregels en beslissingen tijdens de afgelopen Europacup-ronden bevestigden dit weer eens. 
Ook de cijfers die worden gegeven in het Gouden kaart-klassement dat wordt samengesteld door oud-spelers en -trainers onderstrepen dit wekelijks. 
Gebruikte argumenten, bijvoorbeeld dat de scheidsrechter er goed bij zat, veel liet doorgaan, onzichtbaar was of dat hij in de geest van de wedstrijd floot, geven het beperkte referentiekader van de cijfergevers met betrekking tot de arbitrage duidelijk weer. 
Is ook daarom de conclusie gerechtvaardigd dat gesprekken als vorige week de kwaliteit van de arbitrage niet zullen verhogen?