dinsdag 6 juli 2021

Mario in De Telegraaf

 Amsterdam, 5 juli

PREMIUM

Het beste van De Telegraaf

’Het was voor Björn Kuipers en Danny Makkelie prettig dat Oranje door het ijs zakte’

AMSTERDAM - Het zijn historische dagen voor de Nederlandse arbitrage. 

Met de aanstelling van Danny Makkelie voor de halve finale tussen Denemarken en Engeland en de toewijzing van de EK-finale aan Björn Kuipers, blaast Nederland een stevig partijtje mee in de scheidsrechterswereld.

Kuipers is zelfs de eerste Nederlandse scheidsrechter ooit, die de finale van een EK gaat fluiten. „Dat is zeker een felicitatie waard”, aldus oud-scheidsrechter Mario van der Ende, die zelf op drie grote toernooien actief was. „Ik heb van meet af aan gezegd, dat ze in de kopgroep zitten. Links en rechts viel er wel wat op aan te merken, maar over de hele linie bezien hebben ze een goed toernooi gefloten.”

Beloning

Waar op het EK van 2004 en de WK’s van 2006 en 2010 geen enkele Nederlandse scheidsrechter actief was, daar is de situatie nu veel rooskleuriger. „Maar het beeld dat de Nederlandse arbitrage vroeger zoveel slechter was, is onterecht”, vindt Van Egmond. „De UEFA heeft 54 aangesloten landen en er zijn tien à twaalf landen die de scheidsrechters leveren. De spoeling is dun en dan kun je er ook een keer niet bij zitten. Maar dat doet allemaal niets af aan de prestaties, die Björn en Danny geleverd hebben.”

De factor geluk speelt ook voor scheidsrechters een rol, memoreert Van der Ende. „Het is voor Kuipers en Makkelie natuurlijk prettig geweest, dat Nederland door het ijs is gezakt. Je ziet dat enkele concurrenten zijn afgevallen, doordat ze uit een land komen, dat nog in het toernooi zit. Wat dat betreft leven ze bij de UEFA nog in het stenen tijdperk. Op de Olympische Spelen van 2010 werd de ijshockeyfinale tussen Canada en de Verenigde Staten gefloten door drie Canadezen, omdat zij de beste scheidsrechters waren. Daar heeft niemand ooit een probleem van gemaakt, maar bij de UEFA blijft een scheidsrechter afhankelijk van de prestaties van het nationale elftal, terwijl ze daar niet een land vertegenwoordigen maar de UEFA. Wat dat betreft gaat het er in sporten als ijshockey, honkbal en basketbal professioneler aan toe.”

Schoonheidsfoutjes

Over het algemene niveau van de arbitrage op EURO 2020 is Van der Ende positief. „Ik vind dat er weinig negatieve uitschieters zijn geweest. Maar het verschil tussen de kopgroep, waartoe Kuipers en Makkelie behoren, en een aantal andere scheidsrechters, zoals de scheidsrechters uit Israël en Frankrijk was wel te groot. Wat dat betreft mag de UEFA zich wel achter de oren krabben. Daar zitten ze nog te veel in de Simon and Garfunkel-modus. Keep the customer satisfied is een bekend nummer van hen. Houd de klant tevreden. Er zijn nog te veel scheidsrechters die worden uitgenodigd om een politieke reden. Als de nummer drie of vier van Spanje beter is dan moet je die gewoon uitnodigen.”

Van der Ende is ook heel positief over de manier waarop de VAR is ingezet. „Dat is echt een goede toevoeging geweest. Het viel me op, dat elke scheidsrechter die naar de kant is geroepen het advies ook heeft opgevolgd. Dat is een groot verschil met de Nederlandse situatie, waar de scheidsrechters vaak met een gezicht als een oorwurm naar de kant lopen en uitstralen ’waar bemoeit die snotneus zich mee?’. Op het EK zitten scheidsrechters met een grote status achter de beeldschermen en je ziet dat dat heel goed werkt.”

Gunstig effect

Van Egmond hoopt dat de in het oog springende prestaties van Kuipers en Makkelie zorgen voor een groter enthousiasme onder de jeugd om ook te gaan fluiten. „Het zou mooi zijn als jonge jongens en meiden hierdoor geïnspireerd raken om ook te gaan fluiten. We zijn altijd bezig om nieuwe scheidsrechters te werven voor het amateurvoetbal, want er is een tekort, en het zou mooi zijn als dit voor een gunstig effect gaat zorgen.”

Van der Ende is daar minder optimistisch over. „We moeten het niet te groot maken. Natuurlijk is het een opsteker voor de Nederlandse arbitrage dat er twee scheidsrechters in de topgroep zitten en overeind blijven op een groot toernooi. Maar ik denk niet dat nu ineens 10.000 jongetjes ook gaan fluiten, omdat Björn Kuipers de EK-finale fluit. Dat effect lijkt me niet zo groot.”

„Voordat je zo’n effect misschien bereikt, zul je het scheidsrechter zijn eerst professioneler moeten maken. Nu wordt het fluiten door velen nog steeds gezien als een uit de hand gelopen hobby van een supermarkteigenaar en een politie-agent.”