Amsterdam, 13 januari
Van Bommel kreeg de bal in de 83e minuut van dichtbij tegen zijn arm 'gechipt' door PSV'er Johan Bakayoko. Scheidsrechter Danny Makkelie dacht eventjes na en gaf een strafschop aan PSV. De penalty werd benut door Luuk de Jong.
Na de wedstrijd was er veel om de penalty te doen. De boze Van Bommel, die zijn arm bij het veelbesproken moment iets van zijn lichaam af had, vertelde aan ESPN dat scheidsrechters meer als voetballer moeten denken. "Dan weet je dat je de bal nooit expres zo kan raken."
Op bladzijde 106 van het spelregelboek van de internationale spelregelcommissie IFAB wordt ingegaan op handsgevallen. Er staat: "Het is hands als een speler zijn lichaam op een onnatuurlijke manier groter heeft gemaakt met zijn hand of arm. Dat is het geval als de positie van de hand of arm niet het gevolg is van de beweging die de speler op dat moment met zijn lichaam maakt. Als een speler zijn hand of arm in zo'n positie houdt, loopt hij het risico dat hij de bal raakt en bestraft wordt."
Van der Ende: 'Laat regels niet meer maken door theoretici
Volgens de regels valt te verdedigen dat Van Bommel werd bestraft, omdat hij dus risico nam met zijn verdedigende actie. Dat concludeert ook oud-topscheidsrechter Mario van der Ende. "Ik snap dat mensen situaties op een bepaalde manier willen interpreteren, maar accepteer eerst de regels", zegt hij tegen NU.nl.
"Ik snap ook wel dat Van Bommel er weinig aan kon doen. Als je wegdraait, neem je je arm mee. En tegen die arm kwam de bal aan. Maar volgens de regels loop je dan het gevaar hands te maken. Tsja, wat is een natuurlijke beweging? Om het daarover eens te worden, moeten we allemaal dezelfde anatomische lessen hebben gevolgd."
Wel vindt Van der Ende dat er te veel ruimte is voor interpretatie. "Dat het wat zwartwitter kan, is duidelijk. Ik heb er bij de FIFA op aangedrongen om regels te laten maken door mensen die ook de praktijk hebben meegemaakt. Nu worden de regels gemaakt door theoretici."
Een advies van Van der Ende: houd er rekening mee of de bal van dichtbij tegen iemand aan wordt geschoten. "Maar ja, wat is dichtbij? Een meter, 3 meter? Dat maakt het lastig. Als je in de stad 30 of 50 mag rijden en je rijdt 32 of 52, dan weet je dat je te hard hebt gereden. Bij hands zorgt de onduidelijkheid voor interpretatieverschillen en commotie."